- afdraaien
- {{afdraaien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [zijwaartse richting nemen] tourner♦voorbeelden:1 (naar) rechts afdraaien • tourner à droiteII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door draaien verwijderen] écarter2 [door draaien afscheiden] enlever (en tournant)3 [laten zien, horen] passer♦voorbeelden:1 de brug afdraaien • tourner le pontzij draaide het hoofd af • elle détourna la têtedraai de lamp wat van de muur af • éloigne la lampe du mur2 de dop afdraaien van • dévisser le capuchon de
Deens-Russisch woordenboek. 2015.